Hebben Sloveense honden snorren? Ivan Cankars Jernej verstript

Wie Slovenië wat kent, kan zich afvragen hoe dit alpiene land met zijn ‘Italiaanse’ kuststadjes in ’s hemelsnaam een Kibikstek heeft verdiend tussen al die (echte) Balkanlanden. Dát is voer voor een later bericht. Eerst terug naar deze zomer: toen las ik – met dank aan Ivana Petric Lasnik – een verstripping van de Sloveense klassieker, De knecht Jernej en zijn recht (Hlapec Jernej in njegova pravica, 1907) van Ivan Cankar.

Ivan Cankar (1876-1918)

Als je als stripmaker tijdens de Koude Oorlog het ongeluk had om in Oost-Europa actief te zijn, kon dat al met al nog het best in Joegoslavië. Ook in het nieuwe Oost-Europa blijven de ex-Joegoslavische landen, vooral Servië, Kroatië, maar ook Slovenië, toonaangevend qua stripcultuur. Niet helemaal verwonderlijk dus dat de honderdste verjaardag van Ivan Cankars overlijden de aanleiding is geweest om de notoir besnorde schrijver te eren via het stripmedium.

Reekslogo Cankar v stripu

Van het (voorlopig?) driedelige Cankar v stripu (Cankar in stripvorm) is bij mijn weten nog maar één deel vertaald. Inderdaad, die Jernejverstripping, en wel in het Duits. Handig voor wie geen verstrippingen wil lezen zonder eerst van de plaatjesloze versie te hebben geproefd: achter de strip staat het verhaal zelf afgedrukt, vertaald door Oostenrijker Erwin Köstler (2018: 84-167).

Op de cover lezen we: “Eine tragische slowenische Hundegeschichte frei nach Ivan Cankar”. Vrij is de adaptatie door Igor Šinkovec en Žiga X Gombač in elk geval. De verstripping is minder kafkaiaans, minder Weens ook, en minder ‘menselijk’ dan het origineel: alle personages kregen hondenkoppen. 

Denk bij die dierenkoppen weliswaar niet meteen aan Art Spiegelmans Maus. Hoewel Jernej meer dan tragisch genoeg is, is het doelpubliek van deze slechts 74 pagina’s tellende strip stukken jonger dan dat van Spiegelmans meesterwerk over Auschwitz. Dat de verstrippers Cankars parabelachtige vertelling over een oude knecht die na de dood van zijn heer gerechtigheid wil, luchtig benaderden, zie je hier:

Šinkovec & Gombač (2018: 57)

Fans van het romantische, Habsburgs gezellige Ljubljana herkennen zeker het iconische standbeeld voor nationale dichter France Prešeren (de Sloveense Dante) en zijn muze, dé plek om af te spreken in de stad. En wie is die fors besnorhaarde hond aan dat tafeltje boven dat standbeeld?